Nieuwsbrief november 2022

Update wetgevingsproces inzake het pensioenakkoord

De invoering van de nieuwe pensioenwetgeving is voorlopig uitgesteld naar 1 juli 2023. Hieronder een update van de laatste ontwikkelingen.

Op 2 november vond de eerste plenaire behandeling van de Wet toekomst pensioenen plaats. Inmiddels is besloten dat de volgende plenaire behandeling plaatsvindt op 10 november.

Hoe gaat de behandeling nu verder?

De Tweede Kamer heeft in ieder geval nog één (maar waarschijnlijk meerdere) plenaire behandelingen, nodig voordat er gestemd gaat worden. Verder denken wij dat de Eerste Kamer ook meerdere behandelingen nodig heeft voordat gestemd gaat worden over het wetsvoorstel.

Welke scenario’s zien wij als mogelijk?

1. De wet wordt dit jaar nog aangenomen door beide kamers. De kans hierop lijkt ons erg klein, gezien het aantal vergaderingen. Minister Schouten heeft met
       het uitstel van de invoeringsdatum naar 1 juli 2023 dit scenario min of meer opgegeven.

2. De wet wordt (begin) volgend jaar aangenomen. Dit scenario is nog steeds mogelijk.

3. De wet wordt verder uitgesteld. Hier is voorzichtig op voorgesorteerd in de plenaire behandeling door een vraag aan de minister. Dit scenario wordt steeds
        reëler, naarmate er meer behandelingen in de Tweede en Eerste kamer nodig zijn

4. De wet wordt niet aangenomen. De kans hierop wordt groter, als blijkt dat geen van de oppositiepartijen het wetsvoorstel meer steunt. In de Eerste Kamer          heeft de regering namelijk geen meerderheid. Wij denken niet dat dit scenario zich gaat voordoen.

Pensioenopbouw tijdens aanvullend geboorteverlof

Hoewel het niet wettelijk verplicht is, wordt bij het reguliere geboorteverlof de pensioenopbouw vaak voortgezet. Bij regulier geboorteverlof wordt namelijk het salaris ook door de werkgever doorbetaald

Naast het reguliere geboorteverlof kunnen partners maximaal 5 weken (5 keer het aantal werkuren per week) aanvullend geboorteverlof aanvragen. De partner ontvangt in die periode geen salaris van zijn of haar werkgever, maar een uitkering van het UWV. De uitkering bedraagt 70% van het dagloon tot een maximum van 70% van het maximumdagloon. De vraag is hoe om te gaan met de pensioenopbouw tijdens deze periode.

De periode van aanvullend geboorteverlof mag meetellen als diensttijd voor de pensioenopbouw. Dat mág tot maximaal het loon direct voorafgaand aan het verlof, of het direct na het verlof genoten loon.

Bij bedrijfstakpensioenfondsen en cao  gebonden bedrijven regelen de sociale partners de precieze invulling van de pensioenopbouw tijdens het aanvullend geboorteverlof.

Voor werkgevers die niet te maken hebben met een cao of bedrijfspensioen is bepalend wat hierover opgenomen in het personeelshandboek of in het pensioenreglement.

Belangrijk is daarom om na te kijken wat in het pensioenreglement is opgenomen over pensioenopbouw bij aanvullend geboorteverlof en of dit ook past bij wat u met uw werknemers heeft afgesproken.

AOW-leeftijd stijgt in 2028 naar 67 jaar en 3 maanden

De AOW-leeftijd gaat in 2028 waarschijnlijk met drie maanden omhoog doordat de levensverwachting verder stijgt. Vanaf 2028 krijgen mensen hun AOW als ze 67 jaar en drie maanden zijn. Dat schrijft minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen in een brief (9-11-2022) aan de Tweede Kamer.

Bijna met pensioen wat zijn de keuzes?

Gedurende de werkzame jaren wordt een pensioenpot opgebouwd, Op de pensioendatum wordt dit uitgekeerd.  Het is belangrijk om voorafgaande aan dat moment goed geïnformeerd te zijn over de mogelijkheden. Je hebt namelijk verschillende opties waar je gebruik van kan maken. De volgende opties zijn het meest gebruikelijk waarbij wordt uitgegaan van beschikbare premieregelingen waarbij de pensioenuitkering niet vooraf vast staat:

Vast pensioen

Maak je de keuze voor een vast pensioen dan krijg je tot aan je overlijden iedere maand een vast bedrag overgemaakt. Bij beschikbare premieregelingen wordt de hoogte van het bedrag gebaseerd op de hoogte van de opgebouwde pensioenpot en de rentestand van de dag.

Variabel pensioen

Er bestaat ook de mogelijkheid om een deel van het pensioen te beleggen. De pensioenuitkering is daarbij in het begin hoger dan bij een vast pensioen. Dat komt doordat een voorschot genomen wordt op beleggingsinkomsten. Na deze eerste periode is het mogelijk dat de vervolguitkering hoger is maar ook dat deze lager is. Dit is afhankelijk van de beleggingsresultaten. Bij een variabel pensioen loop je meer risico en is dit met name interessant als je eventuele tegenvallers op kunt vangen.

Hoog-laagpensioen

Bij een hoog-laagpensioen krijg je de eerste vijf tot tien jaar na je pensioen een hogere uitkering dan daarna. Vaak wordt uitgegaan van 100 tot 75 procent. Het verschil met het variabel pensioen is dat de uitkeringen op pensioendatum worden vastgesteld en niet meer afhankelijk zijn van toekomstige beleggingsresultaten.

Deel van pensioen direct uitkeren

Volgens de nieuwe pensioenwet, (verwachte ingangsdatum 1-7-2023), is het ook mogelijk om op je pensioendatum tot 10 procent van de totale pensioenspaarpot direct uit te laten keren op je rekening. Bijvoorbeeld om de hypotheek (voor een deel) af te lossen. Voordeel is dat je direct kunt beschikken over een deel van de pensioenpot. Nadeel is dat het toekomstige pensioen wel lager wordt.  

Vragen?

Als u vragen heeft dan zijn wij graag bereid deze te beantwoorden. Uiteraard kunnen wij u ook actief ondersteunen in de communicatie naar werknemers.